
Syrische kinderen spelen in de ruïnes van een huis te Atareb in de provincie Aleppo. (Foto: Philippe Desmazes / AFP)
In zijn laatste rapport beschuldigt Human Rights Watch het Vrije Syrisch Leger (VSL) ervan minderjarigen op het strijdveld te sturen. Een oorlogsmisdaad.
LE POINT – 30 november 2012 – “De kogel heeft mijn zenuw geraakt. Ik kan mijn been nog voelen, maar ik kan het niet bewegen. Ik weet niet of ik op een dag opnieuw zal kunnen stappen.” Raed is 14 jaar oud. Hij werd ondervraagd door Human Rights Watch (HRW) en behoort tot de groep kinderen die, hetzij vrijwillig, hetzij na oproep, de rangen van het Vrije Syrische Leger aanvullen. Raed en zijn broer werden aangeworven door leden van de oppositie en werden belast met het transport van wapens en voedsel over de Turkse grens. De twee jongens waren aan het slapen op de legerplaats van het VSL toen soldaten van het Syrische nationale leger hen aanvielen. Bedreigd door het geweervuur werd Raed gedwongen te vluchten en daarbij werd zijn been door een kogel geraakt. Een wonde die zeven operaties nodig had. Dit zijn gewelddadigheden waarvan hij niet het eerste slachtoffer werd.
Leeftijd is geen diskwalificerend criterium
“Ze hebben ons geleerd te schieten en wapens in elkaar te zetten”, bekent Majid, een 16-jarige jongen uit Homs, aan het HRW. Uit zijn getuigenis blijkt dat leeftijd geen diskwalificerend criterium is voor het VSL. “De taken die we krijgen hangen af van onszelf”, vervolgt hij. “Wie moedig is, moet aan de check-points gaan vechten!”
Volgens het HRW zouden, net zoals Majid en Raed, andere kinderen – waarvan sommigen nog geen 14 jaar oud zijn – in minstens drie brigades van de oppositie gediend hebben, ook al kunnen deze er niet allemaal van beschuldigd worden hun toevlucht te zoeken tot deze methodes. De kinderen houden elk om beurt de wacht, transporteren wapens en voedsel, en sommigen zouden zelfs de strijdeenheden van het VSL hebben vervoegd. Enkele eenheden zouden zelfs een militaire training aanbieden aan sommige van hun jeugdige gerekruteerden. Een mobilisatie die niet zonder gevolgen blijft.
Zoals gepreciseerd door het HRW, brengt het Violations Documenting Centre (VDC) in Syrië verslag uit over 17 kinderen die werden gedood tijdens het vechten in de rangen van het VSL en vele anderen die gewond of levenslang invalide werden.
Hoe werden deze kinderen aangeworven?
Volgens het HRW zouden de adolescenten die het meest geneigd zijn toe te treden tot de legertroepen van de oppositie, kinderen van vluchtelingen uit buurlanden zijn, of zij die uit volksklassen afkomstig zijn. De jonge vrijwillige soldaten zouden vaak onder een onuitgesproken druk staan, namelijk vanaf het moment dat een familielid werd gedood of zelf deel uitmaken van het VSL.
Oorlogsmisdrijven
Volgens het internationaal recht wordt de toevlucht tot minderjarigen door legertroepen nochtans beschouwd als een oorlogsmisdrijf. Het HRW meldt dat het Statuut van Rome inzake het Internationale Strafgerechtshof een minimumleeftijd vaststelt op 18 jaar voor deelname aan ‘rechtstreekse vijandelijkheden’. Volgens die regel verbiedt de term ‘rechtstreekse vijandelijkheden’ niet enkel de deelname van kinderen aan gevechten, maar eveneens elke activiteit die rechtstreeks of onrechtstreeks gerelateerd is aan oorlogsvoering – de functies van boodschapper of bevoorrader bijvoorbeeld.
Het HRW is niet de eerste instelling die zich zorgen maakt over de deelname van minderjarigen aan de gevechten. In augustus, drukte de Onderzoekscommissie over Syrië van de Verenigde Naties (VN) reeds zijn bezorgdheid over dit onderwerp uit. Desondanks ontkent de Syrische Nationale Raad, de politieke vertegenwoordiger van de Syrische oppositie, kennis te hebben genomen van het fenomeen. “We zijn absoluut tegen de het inzetten van minderjarigen en wij hechten veel belang aan de universele principes van de mensenrechten”, stelt een van de vertegenwoordigers vanuit zijn Parijs persbureau, dat gecontacteerd werd door Le Point.
“Ik heb de bevrijde gebieden bezocht en ik heb geen minderjarigen wapen zien dragen. We hebben geen bewijs dat dit de waarheid is”, vervolgde hij vooraleer zijn stelling te nuanceren: “Aan de andere kant heb ik kinderen gezien die in het conflict betrokken waren. Het is waarschijnlijk, ook al ben ik er geen getuige van geweest, dat sommigen helpen bij de logistiek; maar als dat het geval is, dan zijn wij daar volledig tegen gekant. Dat moet onmiddellijk ophouden”, argumenteert hij.
Heterogeen leger
Voor Jean-Yves Moisseron, onderzoeker aan het Institut de Recherche pour le Développement (IRD) en hoofdredacteur van het tijdschrift Maghreb-Machrek, blijkt de praktijk niet verrassend te zijn. “Het is niet verrassend wanneer men de realiteit van elke oorlog kent”, legt hij uit. “Een propere oorlog bestaat niet!” Volgens hem wordt het probleem benadrukt door de heterogeniteit van het VSL. “In Syrië worden deze misbruiken ongetwijfeld aangemoedigd door het gebrek aan coördinatie en een centraal commando onder de verschillende strijdende facties die samen het VSL vormen”, voegt hij eraan toe. Die verschillende elementen, bezield door tegengestelde politieke visies en doeleinden, maken al ruzie over de intussen bevrijde gebieden!
Dit rapport trekt niet als eerste aan de alarmbel: het is al een tijdje dat we verontrustend nieuws over dit leger ontvangen.
Marie De Douhet.
Reacties
Nog geen reacties