Nieuws

NAVO-terroristen viseren Syrië en Algerije / Les terroristes de l’OTAN visent la Syrie et l’Algérie (NL-FR)


Article en français: Les terroristes de l’OTAN visent la Syrie et l’Algérie

NAVO-terroristen viseren Syrië en Algerije / Les terroristes de l’OTAN visent la Syrie et l’Algérie (NL-FR)

Inleiding – Net zoals in Libië en Syrië probeert het Westen ook in Algerije een burgeroorlog te creëren. De bedoeling is om zo de volledige controle te verwerven over minstens heel Noord-Afrika en de Hoorn van Afrika om zo China te verhinderen om nog langer de grondstoffen van Afrika te kunnen aanwenden voor zijn economische opgang. Er is wel degelijk een tweede Scramble for Africa aan de gang. Wat de laatste tijd gaande is in Mali, is dan ook slechts een voorafspiegeling van wat in de nabije toekomst in Algerije gaat gebeuren. 

.

Tony CARTALUCCI: NAVO-terroristen viseren Syrië en Algerije

EURO-SYNERGIES – 28 september 2012 – Westerse leiders geven toe dat de operaties van de NAVO in Libië een doorslaggevende rol hebben gespeeld bij de versterking van de fractie AQUIM van Al-Quaeda (dit staat voor: “Al-Qaeda voor een Islamitisch Maghreb”)

Bruce Riedel van het “Brookings Institution”, een instelling gefinancierd door 500 bedrijven die in de befaamde “Fortune”-lijst zijn opgenomen, schreef een artikel met de titel “The New Al Qaeda Menae”. Hierin legt hij uit dat het AQUIM vandaag beter bewapend is dan vroeger door de tussenkomst van de NAVO in Libië. Hij schreef ook dat de basis van de beweging, gesitueerd in Mali en andere plaatsen in Noord-Afrika, inmiddels operationeel is voor terroristische activiteiten in de hele streek en over lange termijn.

Zowel AQUIM als zijn Libische tegenhanger, de “Groep van Islamitische Libische Strijders” of ook LIFG in het Engels, zijn op de lijst van het Amerikaanse Overheidsdepartement geplaatst als “buitenlandse terroristische organisaties”. Deze twee organisaties staan eveneens op de zwarte lijst van de Britse “Home Office”. En ook de Verenigde Naties beschouwen deze twee groepen als van terroristische aard.

Desondanks pleegde het Westen een militaire interventie in Libië met toestemming van de VN. Dit gebeurde met het volle besef dat de activisten die de zogenaamde “democratische revolutie” op afstand aanvoerden, hun terroristische activiteiten, die reeds enkele decennia geleden door Al-Qaeda gepleegd werden, zeker zouden verderzetten.

Het Westen wist zeer goed waar het om ging door het simpele feit dat Westerse geheime diensten gedurende dertig jaar die “moudjahiddins hebben bewapend en gesteund. In het Libische geval werden deze bijzonder in de watten gelegd door Londen en Washington.

Bovendien is het belangrijk te weten dat het Amerikaanse leger zelf een minutieuze en geüpdatet documentatie heeft aangelegd van buitenlandse terroristen die tegen Irak en Afghanistan hebben gevochten. Deze documentatie toont aan dat het grootste percentage van deze strijders afkomstig is uit de Libische steden Benghazi en Darnah, allebei beschouwd als de wieg van de “revolutie voor de democratie” in Libië.

Alle eerder opgesomde feiten bewijzen dat er sprake is van premeditatie en leugens: de plaats zelf waar het activistische kartel plots opflakkerde, heeft zich in slechts één nacht tijd, omgevormd tot een “tot de tanden bewapende voorpost die goed bestand is tegen oorlog en ontberingen”. Deze beschikt over pantservoertuigen en straalvliegtuigpiloten. De voorpost was klaar om een genadeloze oorlog te ontketenen tegen het regime van de Libische leider Khadafi. In werkelijkheid was er niets “spontaans” aan deze opstand: in Libië zien we de vrucht van dertig jaar Westerse steun. De Westerse vermogens hebben immers altijd in het geheim bewapening en logistieke steun geleverd aan deze strijdgroepen die mobiel zijn op om het even welk Islamitisch territorium. Deze steun zal niet eindigen omdat Khadafi gevallen is.

De terroristen van het LIFG verdwenen meteen naar Syrië, hun nieuwe oosterse front, en Libië, hun nieuw westerse front. Hun logistieke structuur heeft zich in het laatste decennium voortdurend geoptimaliseerd tijdens operaties in Irak en Afghanistan. Abdoul Hakim Belhaj, de bevelhebber van het LIFG verbleef in november 2011 reeds aan de Turks-Syrische grens om geld, wapens en terroristische strijdkrachten te leveren, die allen afkomstig zijn van de gelederen van het LIFG. Dit alles gebeurde onder toezicht van Westerse geheime diensten. Abdoul Hakim Belhaj leverde aan Syrische rebellen eveneens geld en wapens die de Verenigde Staten recycleerden via de overheden van de “Gulf Cooperation Council” zoals Katar en Saoedi-Arabië. Vanaf dat moment kon uit betrouwbare bron bevestigd worden dat de Libische activisten zich hebben opgewerkt tot alle bevelhebbende posten van de brigades van buitenlandse activisten die heersen in Syrië.

Zoals toegegeven door Bruce Riedel van het “Brookings Institution”, werden de wapens verzameld door het LIFG teruggevonden op het Westerse front, in Mali. Sinds de tussenkomst van het NAVO in Libië, vreesde Algerije al lang een dergelijk scenario. Zoals men vandaag kan vaststellen, was de Algerijnse vrees was volledig terecht. Interessant ook is het om op te merken dat Riedel reeds in augustus 2011 een toestand van wanorde in Algerije probeerde te creëren, wat blijkt uit zijn artikel met de titel “Algerije zal de volgende zijn die valt”. Hij beeldde zich reeds zeer duidelijk de destabilisering en de val van het huidige Algerijnse regime in.

Een jaar geleden verkondigde Riedel de hypothese dat de zogenaamde “Arabische lente” zich in Algerije zou verspreiden van zodra deze in het naburige Libië zou hebben gezegevierd. In dit artikel vergeet Riedel echter uit te leggen wat een “Arabische lente” is, terwijl dat net in het oog sprong van de hele wereld: volgens Riedel betekent “Arabische lente” een omverwerping met de steun van de Verenigde Staten, en meer specifiek de steun aan terroristische activisten, afkomstig van Al-Qaeda, die wapens krijgen van de NAVO.

Overal bewapenen de Verenigde Staten de terroristen van Al-Qaeda en steunen hen openlijk. Ze effenen de weg voor Al-Qaeda en Syrië. Het spreekt dus voor zich dat de befaamde oorlog tegen het terrorisme, die voortdurend door de Amerikaanse presidenten wordt verkondigd, een ongeziene oplichterij is. Deze ongeziene oplichterij gaat ten koste van miljoenen levens en is goed voor een ontzaglijke sociale en economische kost. Hoewel de NAVO zich bewust is van de gevolgen, is ze in Noord-Afrika, in het Nabije en Midden Oosten, artificiële “kalifaten” aan het creëren. Door deze te ondersteunen, vernietigd de NAVO de opgelichte volkeren met het oog op een verderzetting van een globale oorlog. De leiders van de Atlantische Alliantie halen inspiratie uit het boek “1984” van Georges Orwell en creëren een artificiële oorlog om de belangen van de economisch-financiële consortiums te benadrukken en om hun interne en internationale strategieën in werkelijkheid om te zetten. De “bedreiging van de Westerse civilisatie”, waar men zo vaak mee zwaait om de Djihadistische activisten in de media artificieel aan de kaak te stellen, is in werkelijkheid een “buitenlands korps” dat ten dienste staat van de economische en financiële belangen van het Westen. Het zet de buitenlandse politiek van Wall Street en Londen volgens de omstandigheden op globale schaal in werkelijkheid om, en doet dit op plaatsen waar geen enkele andere westerse macht ooit had kunnen ingrijpen.

De terroristische Blitzkrieg in de Arabische wereld zal niet eindigen in Syrië. Als we het toelaten zal hij verder razen in Iran, in het Kaukasusgebergte en zelfs in Rusland, aan de uiterste grenzen met China en misschien zelfs in het Zuidoost-Azië. Het gaat om een mengeling van onwetendheid, apathie en geheime verstandhouding bij de leiders van de Westerse bevolkingen, die de ondersteuning van en “terrorismeoorlog” mogelijk maakt. Paradoxaal genoeg zal een dergelijke oorlog de leiders slechts vreselijke teleurstellingen en echte horrorscenario’s opbrengen die wij al snel zullen erven. En dat terwijl diezelfde media-agentschappen (geïnfiltreerd via neoconservatieve Noord-Amerikanen) bevestigden dat we zulke scenario’s konden vermijden als we ons maar zonder aarzelen engageerden voor deze “lange oorlog”.

We steunen de politieke complotten van onze politici en daarbij ook de economische en financiële belangen van de consortiums die ten voordele zijn van dit oorlogsprogramma. Deze politiek liet reeds toe goed beschermde, regionale schuilplaatsen aan te bieden aan de terroristen. Als de oorlogszucht de seculiere –en uiteindelijk gematigde- overheden van de Arabische moslimwereld nog meer gaat ondermijnen, en als die een uitschakeling van deze regimes aanmoedigt, zullen wij een zware ‘blowback’ incasseren. We zullen ons de wraak van de vernederde overwonnenen op de hals halen alsook andere gevolgen ondervinden van deze buitenlandse politiek die geen andere doel heeft dan het vernietigen van het evenwicht. Gewoon al de gedachte dat deze geschifte ‘bemoeiingspolitiek’ nooit zal eindigen bezorgt ons koude rillingen, vooral omdat we ons aan een terugslag mogen verwachten, in het bijzonder in de vorm van aanslagen met “valse vlag”. Daartegenover zijn de aanslagen van 11 september 2001 slechts een kleinigheid.

Nu al gaan we gebukt onder de effecten van de economische crisis en van de versterking van een apparaat dat de openbare veiligheid bevordert, opgesteld door onze eigen politiediensten. Zolang we suf toekijken naar dat oorlogsprogramma, zonder het te bevragen, en zolang we niet opnieuw tot de rede komen, zullen de zaken van kwaad naar erger gaan.

Tony CARTALUCCI (artikel online geplaatst op de website http://www.ariannaeditrice.it/ op 2 september 2012).

.

Reacties

Nog geen reacties

Plaats een reactie

Archief