Oorlog, de laatste bezoeker aan Syrië’s legendarisch Palmyra

Enkele kunstschatten die door het Syrische nationale leger (SNL) werden teruggevonden in schuilplaatsen van terroristen in Palmyra.

GLOBALPOST – 16 maart 2014 – Syrië’s legendarische Grieks-Romeinse oasis van Palmyra heeft zijn laatste toerist in september 2011 mogen ontvangen. Dat was zes maanden nadat de opstand begon. De meest recente bezoeken zijn geweld en plunderingen.

Het oude Palmyra draagt nu de littekens van hedendaagse oorlogvoering en ook hebzucht in de vorm van plunderingen van graven.

‘De parel van de woestijn’, door UNESCO geregistreerd werelderfgoed, ligt 200 kilometer ten noordoosten van Damascus en was een van de belangrijkste culturele centra van de oude wereld.

Tot vandaag nog behoudt de Tempel van Baal zijn grootheid ondanks de beschadigingen die de Tempel heeft geleden door gewapende gevechten tussen rebellen en troepen behorend tot de regering van de president Bashar al-Assad.

Het meest imposante van het gebouw, namelijk de oosterse muur, draagt nu vervaagde stroken waar de stenen uitsteken als gevolg van bombardementen. Door mortiervuur is er een ingang beschadigd. De draagbalken van de ingang rusten op acht zuilen met gecanneleerde schachten.

De ommuring is op diverse plaatsen beschadigd. De Korinthische kapitelen van de drie pijlers van de colonnade aan de zuidkant van de tempel zijn neergestort op de grond.

“In februari 2013 hebben gewapende troepen zich gevestigd in palmboomgaarden tot aan het zuiden. Het leger heeft ze eruit gejaagd afgelopen beptember” vermelde Mohammed al-Assad, 44 jaar, van de afdeling antiquiteiten aan het persbureau AFP. Overheidsfunctionarissen verwijzen naar aanhangers van de oppositie, gewapende groeperingen en terroristen.

Vallei van de graven

“Ze hebben de stad in brand gestoken vanuit de boomgaarden en de tempel – die op dezelfde lijn lag van het vuur – is beschadigd door beschietingen”, voegde hij eraan toe.

De ambtenaar zei dat het antieke gebouw naast de tempel doorzocht werd. Maar wat erger was zijn de plunderingen van de begraafplaatsen.

In het westen van Palmyra ligt het één kilometer lange ‘Vallei van de graven’ waar rijke kooplieden hun grafmonumenten duizenden jaren geleden hebben gebouwd.

De directeur van het Palmyra Museum, Khalil al-Hariri, heeft AFP drie stèles van kalksteen getoond en ook delen van gebeeldhouwde sarcofagen die mensen, waaronder ook kinderen, afbeelden in reliëf.

“Ze waren met een kettingzaag afgesneden”, zei hij. “We hebben ze twee dagen geleden gerepareerd in een huiskelder.”
Hariri weet niet hoeveel begraafplaatsen geplunderd zijn.

“Er zijn rond de 500 begraafplaatsen en er zijn maar ongeveer 200 opgegraven door archeologen”, aldus Hariri. “En juist in de nog niet opgegraven begraafplaatsen hebben de plunderaars het vuile werk verricht.” Hij is dankbaar dat een deel van de buit van de dieven terug is.

“Sinds het leger het gebied onder zijn controle heeft, heb ik 130 stukken terug. Ik kan echter niet zeggen van hoeveel begraafplaatsen ze terug zijn, omdat de dieven de begraafplaatsen weer dicht deden,” zei hij.

Profiteren van de chaos

Tot de buit behoorden stenen doodskisten, busten van lang overledenen – die gekleed waren in Grieks-Romeinse kostuums – en wanddecoraties.

De gewapende groeperingen en de terroristen willen de Syrische cultuur verkopen en daarvan profiteren. Het is echter wel duidelijk dat sommige bewoners profiteren van de onrust in het land. Ze weten heel goed wat de waarde is van deze antiquiteiten. En Hariri erkent dat ook.

“De politie heeft hier bepaalde stukken gevonden, in huizen en in boomgaarden en ook op diverse plekken in het land. Er zijn zelfs vijftien stukken teruggevonden op de luchthaven van Beiroet, klaar om overgevlogen te worden”, aldus Hariri.

Op woensdag hebben de Verenigde Naties (VN) alle betrokken partijen in Syrië verzocht om het cultureel erfgoed van het land te beschermen. “Archeologische plekken worden regelmatig geplunderd en de illegale handel in cultuurgoederen heeft een ongekende hoogte bereikt.”

Kunsthandelaren worden verzocht om voorzichtig te zijn als ze Syrische kunstvoorwerpen tegenkomen. De winstgevende sector van Palmyra bestaat niet meer. Burgemeester Faisal al-Sherif zei dat de laatste toeristen in september 2011 kwamen.

“Jaarlijkse waren er een kwart miljoen toeristen en dat stagneerde naar niets,”- aldus de 57 jarige burgemeester.
“Van de 85.000 bewoners, werkten 5.000 in hotels, restaurants en winkels. Velen waren ook chauffeurs of fungeerden als gids in woestijnexcursies”, zei hij.

Toeristische accommodaties zijn nu gesloten.

Het legendarische Zenobia Palce hotel, wat gebouwd is door een Franse avonturier in de jaren 1920 en is vernoemd naar Palmyra’s beroemde koningin, is nu geplunderd en half verbrand.

“Ik hoop dat deze marteling tot einde komt en dat de toeristen terugkeren”, aldus Sherif.

.

Fr. Leon Legrain’s ‘Nairn konvooi’ van Bagdad (Irak) naar Beiroet (Libanon) via Palmyra (Syrië) in 1926.

.

Bron: GlobalPost.

.

Lees ook:

I’m Proud I’m Syrian – Ik ben er trots op om Syriër te zijn (ENG-NL)

Wij zijn allen Syriërs!

De geschiedenis van Syrië (deel 1: inleiding)

De geschiedenis van Syrië (deel 2: Syrië in de oudheid)

De geschiedenis van Syrië (deel 3: Syrië na de profeet Mohammed)

De geschiedenis van Syrië (deel 4: De Syrisch Arabische Republiek)

.