Nieuws

Syrische gifgasaanval – New York Times en Human Rights Watch in nesten


lion_by_ketka_by_ketka-d669397

Syrisch trots.

WILLY VAN DAMME’S WEBLOG – 12 december 2013 – Dat Human Rights Watch en The New York Times zich dik in de nesten hebben gewerkt met hun beweringen over die gifgasaanval van 21 augustus 2013 vlakbij Damascus is duidelijk. Al hun beweringen over die gifgasaanval waarbij zij met hardnekkigheid richting de Syrische regering wezen lijken een grote leugen te zijn. Zoals ook blijkt geholpen door een erg manipulatief VN-rapport.

Met als de essentiële vraag in hoeverre er tussen leden van deze VN-missie, die jihadisten waaronder al Qaeda, HRW en de NYT sprake was van een collusie om zo een grote expansie van die oorlog uit te lokken en aldus die jihadisten aan de macht te brengen. Een nachtmerrie niet alleen voor het land en de regio maar de ganse wereld.

Een actieradius van 9 km

Publiceerde The New York Times eind vorige maand een soort van rectificatie dan is het bij Human Rights Watch hierover nog steeds geheel stilte. Een vraag, eerst telefonisch en later per mail, aan Human Rights Watch om een reactie over die nieuwe onthullingen leverde tot heden nog geen antwoord op.

Kaart - Coördinaten HRW Syrische gifgasaanval van 21-08-2013

Hoe mooi toch dat die coördinaten van die gifgasraketten volgens de NYT en HRW juist bij de Republikeinse Garde, de elite van het Syrische leger, uitkwamen. Een voltreffer voor beiden.

Zo hadden de gifgasraketten zoals beiden toen op 16 september stelden geen actieradius van meer dan 9 km maar maximum amper een goede twee kilometer. Bovendien is hun verhaal over de coördinaten van die raketten ook al nep. En die beweringen waren essentieel om de schuld gemakshalve op het Syrische leger te steken.

Verder blijkt uit steeds meer aanduidingen dat ook die jihadisten over sarin beschikken. Wat HRW en de NYT in hun verslagen over de zaak steeds bewust verzwegen. De indruk ontstaat dan ook dat beiden het VN-rapport van 16 september gewoon negeerden en er alleen dat uitpikten wat hen goed uitkwam om doordacht de schuld daar te kunnen leggen waar ze dat vooraf wilden: Bij het Syrische leger.

Republikeinse Garde

Was de aanval van 21 augustus bijna zeker een zogenaamde ‘false flag’ operatie van Liwa al Islam en/of Jabhat al Nusra, de twee daar actieve jihadistische terreurgroepen, dan lijkt de actie van de NYT en HRW er eveneens op gericht alsnog een Amerikaanse aanval op Syrië uit te lokken en het Syrische leger te destabiliseren. Beiden hadden zoals de jihadisten dus hetzelfde doel: De uitbreiding van de oorlog.

Speciale aandacht dient daarbij te gaan naar Saoedi Arabië. Alhoewel er al jaren wrijvingen zijn tussen de VS en Saoedi Arabië is het opvallend hoe het land vanaf september, toen de VS haar oorlogsplannen onverwacht afblies, plots in het publiek uiterst scherp van leer is beginnen trekken tegen de VS. Niet ervoor. Die Amerikaanse weigering was hier zo te zien voor hen dus het breekpunt.

Het dient hierbij verder opgemerkt dat Liwa al Islam en Jabhat al Nusra, de twee in de regio van Damascus opererende bewegingen die vermoedelijk ook de daders zijn van die gifgasaanval, zeer nauwe banden met Saoedi Arabië hebben. Liwa al Islam staat trouwens onder leiding van Zahran Alloush, de zoon van een Saoedische salafistische geestelijke.

Zo is het toch merkwaardig te noemen hoe zowel HRW als de NYT de 104de brigade van het Syrische leger, de Republikeinse Garde, aanduiden als de daders voor de gifgasaanval. En dit is juist de elite-eenheid van dat leger.

Bashar al Assad -  Met soldaten - 3 - Instagram

Door de schuld op de Republikeinse Garde van het Syrisch leger te steken wou men blijkbaar heel bewust de gevechtskracht van die eenheid ondermijnen. Het bevel van die brigade zou dan onder druk komen te staan en mits voldoende smeergeld dan toch kunnen overlopen. Hopend zo een veroordeling voor oorlogsmisdaden te vermijden. Perfide noemt men deze strategie.

Door hen de schuld te geven voor die massamoord bestond er een grote kans dat deze cruciale militaire eenheid erg verzwakt zou worden. De generaals ervan dreigden namelijk naar Den Haag en het Internationaal Strafhof gevoerd te worden. Wat hen angst moet hebben bezorgd en dus meer geneigd tot verraad. En welke dan samen met een Amerikaanse luchtaanval de jihadisten de overwinning zou moeten bezorgen.

De toon zetten

Bovendien is het opmerkelijk dat zij reeds op 16 september toen het voorlopige rapport van de VN-missie pas publiek werd gemaakt al met bijna zekerheid de daders aanduiden. Waarbij het toch opvalt hoe beiden al na enkele uren ook nog eens tot exact diezelfde conclusie komen. Conclusie die nu geheel fout blijkt. Voldoende reden natuurlijk om tussen de twee een samenzwering te veronderstellen.

Door namelijk op dezelfde dag als de publicatie van het rapport hun analyse te presenteren zetten zij wereldwijd in de klassieke media de toon over de aard van dat rapport. Waarom immers zou een redacteur met amper tijd nog dat ganse 48 pagina’s dikke VN-rapport lezen en pogen te analyseren  als een kort persbericht van HRW en een artikel van de NYT reeds alles zeggen wat er in staat? En die twee stellen toch ‘kwaliteit’ voor?

Het vermoeden is dan ook sterk dat zij reeds dagen voordien hun conclusies klaar hadden om dan snel die 16de september te kunnen reageren. Essentieel zijn daarbij de gegevens over de coördinaten van de raketten die men in het rapport plaatste. Het lijkt erop dat zij die gegevens reeds voordien van een insider hadden gekregen met daarbij de zekerheid dat die data ook in het rapport zouden staan.

En dus konden zij al goed voorbereid hun werk doen. Wat ze echter blijkbaar vooraf niet wisten was het resultaat van de labo’s. Zo identificeerden zij beiden twee keer dezelfde raketten, een in Moadamiya en een in al Tarma. De coördinaten van die twee raketten tekenden zij dan ook uit en kijk, zowel HRW als de NYT kwamen als bij wonder uit bij de Republikeinse Garde. Straf hé!

Een probleem in Moadamiya

Wat zij blijkbaar niet in het rapport hadden gezien was dat er in Moadamiya bijna zeker geen gifgasaanval geweest is. Op een staal na – nummer 1 – zal labo 1 geen enkel spoor van sarin of van afbraakproducten van sarin in de grondstalen vinden. En pas als beide labo’s, 1 en 2, elkaars bevindingen confirmeren is er zekerheid. De rest is pure speculatie.

Syrië - VN-rapport Chemische aanval - 21-08-2013- Raketinslag Ein Tarma-Zamalka

De 330 mm raket gevonden in Ein Tarma/Zamalka. Eerst verschenen de foto en details ervan bij HRW en de NYT en nadien – toeval? – ook in het rapport van die VN-missie. Alsof na 8 dagen de positie van die raket nog enige bewijskracht zou hebben in welke gerechtelijke procedure dan ook. Maar voor de VN-missie, de NYT en HRW is dit HET bewijs. Van wat dan?

Hadden zij dat rapport die 16de september echt goed gelezen dan hadden zij hun conclusies geheel moeten herschrijven. Het lijkt aan te tonen dat hun besluiten reeds voordien vastlagen en het rapport hen niet echt interesseerde. Uit hun verslagen en persberichten kan men alleen afleiden dat ze dit document amper of zelfs niet eens hebben gelezen.

Bovendien zijn beide beweringen over het traject en de actieradius van die raketten alleen maar te beschouwen als nat vingerwerk of, erger, bedrog. Waar zij toen die actieradius van meer dan 9 km vandaan haalden is ook vandaag bij grondige herlezingen van al hun beweringen hierrond een mysterie.

Zo schrijft John Lyons van HRW in zijn op 17 september gepubliceerde persbericht (1):

‘According to declassified reference guides, the 140mm artillery rocket used on impact site number 1 (Moadamiya) has a minimum range of 3.8 kilometers and a maximum range of 9.8 kilometers.

The Republican Guard 104th Brigade is approximately 9.5 km from the base. While we don’t know the firing range for the 330mm rocket that hit impact site number 4, the area is only 9.6km away from the base, well within range of most rocket systems.’

‘Volgens publiek gekende gegevens heeft de 140mm raket die neerkwam op de inslagplaats 1 (Moadamiya) een minimale actieradius van 3,8 km en een maximale van 9,8 kilometer.

De basis van de 104de brigade van de Republikeinse Garde is ongeveer 9,5 km van die plaats. Terwijl we de actieradius van de 330 mm raket die op plek nummer 4 (Ein Tarma, nvdr.) neerkwam niet kennen is die plek slechts 9,6 km ver van die plaats, en dat is binnen de actieradius van de meeste raketten.’

Wat die ‘publiek gekende gegevens’ dan juist zijn en waar hij die beweringen over die 330 mm raket haalt blijft dus geheel onduidelijk. En had John Lyons dat VN-rapport echt gelezen dan had hij dat zeker niet met een dergelijke stelligheid geschreven. Toch indien hij respect had voor de feiten.

Prins Bandar bin Sultan - hoofd Saoedische Veiligheidsdienst

Prins Bandar bin Sultan al Saoed, hoofd van de Saoedische veiligheidsdienst en de Saoedische hoofdstrateeg achter de oorlog tegen Syrië, moet bijna zeker meer afweten van wat er die 21ste augustus bij Damascus juist gebeurde.

Coördinaten

En dan zijn er de coördinaten waar zowel HRW en de NYT naar verwijzen. Ook hier maakt men zich alleen maar verdacht. Zo had een der raketten voordien een muur geraakt. Blijkbaar geen probleem voor Lyons die in dat persbericht schrijft:

‘…the inspectors wrote, “…. provide sufficient evidence to determine, with a sufficient degree of accuracy, the likely trajectory of the projectiles.” They go on to say that 3 of the rockets they inspected had bearings of 34 and 35 degrees for 2 of the rockets that landed in Moadamiya, and 285 degrees for 1 of the rockets that landed in Ein Tarma……

…. Connecting the dots provided by these numbers allows us to see for ourselves where the rockets were likely launched from and who was responsible.’

‘The two attack locations are located 16 kilometers apart, but when mapping these trajectories, the presumed flight paths of the rockets converge on a well-known military base of the Republican Guard 104th Brigade, situated only a few kilometers north of downtown Damascus and within firing range of the neighborhoods attacked by chemical weapons.’

‘… De inspecteurs schreven: ‘… geven voldoende bewijs om met een grote accuraatheid het vermoedelijke traject van die projectielen te bepalen.’ Zo stellen zij dat drie van de door hen onderzochte raketten, de twee in Moadamiya neergekomen raketten 34° en 35° als richting hadden, en 285° voor de een der in Ein Tarma neergekomen raketten….

Maak een verbinding tussen de punten die deze gegevens ons geven en we kunnen zelf zien waar die raketten vermoedelijk vandaan kwamen en wie verantwoordelijk was.’

‘De twee aangevallen plaatsen liggen 16 kilometer van elkaar, maar wanneer men hun trajecten in kaart brengt blijken beide trajecten samen te komen op een welbekende basis van de 104de brigade van Republikeinse Garde, dit ten noorden van de het centrum van Damascus en binnen schietafstand van de wijken die met chemische wapens waren aangevallen.’

In de New York Times stellen Rick Gladstone en C.J. Chivers (2) het diezelfde dag dan zo:

“When plotted and marked independently on maps by analysts from Human Rights Watch and by The New York Times, the United Nations data from two widely scattered impact sites pointed directly to a Syrian military complex…..

Both the British and American ambassadors to the United Nations also told reporters that the report’s lead author, Dr. Ake Sellström, a Swedish scientist who joined Mr. Ban in the Security Council briefing, had told members that quality of the sarin used in the attack was high. …. ……

…. because the weapons in question had not been previously documented or reported to be in possession of the insurgency….. And it’s very important to note that the regime possesses sarin, and we have no evidence that the opposition posses sarin.”

“Wanneer analisten van Human Rights Watch en de New York Times die gegevens van de VN en komende van twee ver van elkaar gelegen plekken onderzoeken en op een kaart uittekenen dan komen zij beiden uit op een Syrisch militair complex….”

Zowel de Britse als de Amerikaanse ambassadeur bij de VN stelden tegen journalisten dat Dr. Ake Sellström, de Zweedse wetenschapper en hoofdverantwoordelijke voor het rapport die Mr. Ban (Ki-moon, secretaris-generaal van de VN, nvdr.) in de Veiligheidsraad van de VN vergezelde, leden van de raad had gezegd dat de kwaliteit van de gebruikte sarin hoog was….

….omdat deze hier ontdekte wapens  nooit voorheen gezien waren bij de opstandelingen…. Het is verder ook belangrijk op te merken dat het regime wel beschikt over sarin en er geen bewijs is dat de oppositie wel sarin heeft.”

Gifgasaanval - VN-rapport - Analyses West-Ghoutta - 1

De laboresultaten van de grondstalen die op 26 augustus 2013 door de VN-missie in Moadamiya waren genomen. Alleen in het geval van staal 1 is er deels overeenstemming wat betreft de analyses. Beiden vonden DIMP, een mogelijk afbraakproduct van sarin. Labo 2 ontdekte ook afbraakproducten bij stalen 2 en 3, stukken metaal aangewezen door die jihadisten als zijn de een plek waar een aanval met sarin plaats had. Labo 1 vond niets.


Kwaliteit van de sarin

Dit blijkt echter een verzameling leugens die de krant die 16de september al had kunnen doorprikken. Zo blijkt uit de laboresultaten in appendix 7 van het rapport van de VN (3) dat de kwaliteit van de sarin van een laag niveau was. Zo tonen die aan dat er geen stabilisatoren werden gebruikt en het niet ging om binaire bommen met twee aparte gassen die bij ontploffing samenkomen en pas dan sarin produceren.

Gifgasaanval - VN-rapport - Analyses West-Ghoutta - 2

Bij de stalen 5 tot en met 8 vinden beide labo’s niets. Alleen Labo 2 zal bij stalen 5 tot en met 7 hexamine vinden. Bij staal 9 zal Labo 2 afbraakproduct DIMP vinden naast hexamine. Labo 1 ontdekt niets.

En dit laatste is zoals gebleken is uit de ontmanteling van het chemisch Syrische wapenarsenaal een techniek eigen aan het Syrische leger. De lage kwaliteit van de sarin wordt trouwens tegenwoordig nog door niemand meer betwist. Maar het wijst opnieuw wel duidelijk in de richting van die rebellen.

En dan stellen beide journalisten van de NYT dat die raketten niet werden gezien bij die rebellen. Ook dat blijkt een verdraaiing der feiten. Later klinkt het dan plots totaal anders. Zo schrijft diezelfde C.J. Chivers op 28 december in de NYT (4) ditmaal: ‘The rockets in question were not seen before the Syrian civil war.’ (Deze raketten werden voor de Syrische burgeroorlog nog nooit gezien.)

Gifgasaanval - VN-rapport - Analyses West-Ghoutta - 3B

Deel 1 van de onderzoeksresultaten van de stalen 10 tot en met 13. Labo 1 zal bij staal 12 sporen van mogelijks afbraakproduct IPMPA vinden. Labo 2 zal hierop dan weer niets vinden.

Ook dit wijst eerder in de richting van die rebellen van wie het geweten is dat die sommige munitie zelf in allerlei kleinere werkplaatsen maken. Het Syrische leger heeft een geregelde structuur die normaal werkt met klassieke munitie.

Gifgasaanval - VN-rapport - Analyses West-Ghoutta - 3A

Deel 2 van de onderzoeksresultaten bij grondstalen 10 tot en met 13. Opvallend is dat er bij de onderzoeksresultaten van grondstalen in Ein Tarma/Zamalka en bij de slachtoffers zelf veel minder discrepantie is tussen de resultaten van beide labo’s.

En dit wapentuig is allemaal goed gekend. Maar door eerst te schrijven: ‘nooit gezien bij de rebellen’ wekken Chivers, Gladstone en de NYT natuurlijk bewust de indruk dat het Syrische leger die raketten afvuurde, niet de rebellen. Het is een zeer verfijnde vorm van nieuwsmanipulatie die alleen maar bewust kan gemaakt zijn.

Ook de bewering over sarin is van een zelfde manipulatieve niveau. Het kan misschien wel zijn dat er voor de NYT geen ‘bewijs’ is dat die rebellen over sarin beschikken, maar er zijn wel aanwijzingen in overvloed dat ze heel vermoedelijk hierover wel beschikken. De NYT zelf zal dit trouwens onder meer reeds 3 mei 2013 (5) melden via een persbericht van Reuters:

‘United Nations human rights investigators have gathered testimony from casualties of Syria’s civil war and medical workers indicating that rebel forces have used the nerve agent sarin, one of the lead investigators said Sunday Carla Del Ponte.’

‘”Mensenrechtenonderzoekers van de VN verzamelden getuigenissen van slachtoffers van de Syrische burgeroorlog die samen met vaststellingen van medisch personeel er op wijzen dat die rebellen sarin gebruikten”, aldus een verklaring van Carla Del Ponte vorige zondag.’

De VN-missie liegt

Men hoeft echter ook geen groot onderzoeker te zijn om te zien dat ook deze beweringen over die raketten pure nonsens zijn. Zo werden deze gegevens genoteerd 6 tot 8 dagen dagen na de vermeende aanval in een gebied dat al die tijd door een van de oorlogvoerende partijen bezet was. Ook tijdens het onderzoek zelf. Het is forensisch daarom van zero waarde.

Men kan zich trouwens afvragen waarom men dergelijke totaal onbetrouwbare gegevens in een forensisch rapport als dit van de VN zomaar moet opnemen. Ze bewijzen immers niets en zijn dus nutteloos, maar ze zijn wel interessant voor gebruik door HRW en de NYT, verdedigers van die jihadisten waaronder al Qaeda, om de VS zo tot bombardementen aan te zetten.

Werden ze er daarom door die VN-missie ingezet en waren de NYT, Eliot Higgins – de ‘rakettenspecialist’ van HRW en de NYT die hen in dit dossier op weg hielp – en de NYT al vooraf hiervan op de hoogte? Geweten is dat Rusland behoorlijk boos was over bepaalde aspecten van dit rapport. Vermoedelijk slaat dat hierop.

Peter Bouckaert - Human Rights Watch

Iedereen die in een van de bloedbaden in Syrië zoals met Hoela of Ghouta richting de jihadisten wees werd door Peter Bouckaert van HRW in de media omschreven als onbekwaam of zelfs verdacht gemaakt.

Zo schrijft men op pagina 3 in de zogenaamde ‘letter of transmission’, de inleidende door de leiders van de missie ondertekende brief aan de VN secretaris-generaal van de VN Ban Ki-moon:

“….that surface-to-surface rockets containing the nerve agent sarin were used in Ein Tarma, Moadamiyah and Zamalka in the Ghouta area of Damascus.”

“…. dat grond-grondraketten met het zenuwgas sarin waren gebruikt in Ein Tarma, Moadamiyah en Zamalka in de regio van Ghouta bij Damascus.” (Ein Tarma en Zamalka zijn in wezen een gebied, nvdr.)

Maar de laboresultaten in bijlage 7 van het rapport tonen aan dat de er verzamelde grondstalen geen bewijs leveren voor het gebruik van sarin in Moadamiya. Met andere woorden: De leiders van die missie ondertekenden een valse verklaring! Dat kan gezien het enorme belang van dit document wel tellen. En die constatering over Moadamiya wijst toch op een manipulatie door die rebellen.

Zeker daar de door die rebellen aangeleverde slachtoffers wel degelijk sporen van sarinvergiftiging hadden. Wat lijkt aan te tonen dat die slachtoffers 16 km verder door die jihadisten naar daar waren gebracht om een stuk theater op te voeren. Er is geen andere logische verklaring voor. Maar die mogelijkheid oppert die missie niet eens. Eventjes doordenken en men zag het.

Geen enkele zekerheid

Hetzelfde manipulatieve kan men vinden in hun opmerking over die raketten in bijlage 5 op pagina 22 van hun VN-rapport. Daar stelt men:

“However, Impact site number l (Moadamiya) and Impact site number 4 (Ein Tarma) provide sufficient evidence to determine, with a sufficient degree of accuracy, the likely trajectory of the projectiles.”

“Niettemin geven de plek van inslag 1 (Moadamiya) en inslagplek 4 (Ein Tarma) genoeg gegevens om met een voldoende zekerheid het vermoedelijk traject van die raketten te bepalen.”

Maar in hun rapport schrijven ze zelf dat de plaatsen die ze onderzochten al veelvuldig betreden waren door allerlei hen onbekende partijen. Hoe kan men dan nog ‘met voldoende zekerheid’ een traject bepalen van een raket die men daar ontdekt en hen aangewezen was door die jihadisten. Het is een bewering die bij elk forensisch onderzoeker minstens vragen moet oproepen naar hun niveau.

Het is alsof de politie conclusies trekt over de positie van een moordwapen in een door hen onderzochte plek die nog steeds door een der vechtende partijen gecontroleerd wordt. Geen politieman de naam waardig zou er definitieve conclusies uit trekken. De VN-missie daarentegen wel. Toch merkwaardig.

En als die VN-missie daar bij die rebellen toekomt dan werken ze er ook geheel onder controle van die partij. Zelfs het opnemen van getuigenissen zal onder hun toezicht gebeuren. Het is ‘bewijsmateriaal’ dat in elke rechtszaak de naam waardig nog diezelfde dag wegens onbruikbaar in de vuilbak verdwijnt.

En waarom deden de missieleden geen autopsie op de lijken? Schrik dat er iets nieuws zo boven water komen? in Syrië beweert men dat die hier getoonde dode kinderen eerder door Jabhat al Nusra in de provincie Latakia waren ontvoerd. Een autopsie had dit verhaal in de vuilbak der propaganda kunnen doen belanden of… bevestigen.

Vermoeden van collusie

Het versterkt het vermoeden van een collusie tussen minstens bepaalde leden van die VN-missie, de jihadisten en mensen van de NYT en HRW. Het is daarbij opgevallen dat foto’s en tekeningen die de NYT en HRW gebruikten nadien wonderwel opdoken in het VN-rapport. Zelfs de afmetingen van de raketten kwamen eigenaardig genoeg bijna geheel overeen. (6) Teveel toeval om goed te zijn.

En dat sommige leden van die VN-missie door de VS gestuurde geheimagenten zouden zijn wekt geen enkele verbazing. Dit rapport is vanuit strategisch opzicht voor de VS te belangrijk om die kans zomaar te laten liggen.

gifgasaanval-21-08-2013-slachtoffers-3_thumb

Waarom deed die VN-missie in Ghouta geen autopsies op de vele doden? Het had nochtans veel meer duidelijkheid verschaft. Waarom bijvoorbeeld waren er amper sporen van incontinentie en braaksel bij de vele op YouTube getoonde lijken? En dat is nochtans een vast voorkomend fenomeen bij een aanval met sarin? En waarom zoveel kinderen die op deze video’s geen ouders leken te hebben? Men had dan DNA kunnen nemen. Men deed echter niets. Een flater, of is er meer aan de hand?

En bovendien is gebleken dat die eerdere VN-missies rond de Iraakse massavernietigingswapens bevolkt werden door Amerikaanse spionnen. Sommigen gingen nadien zelfs schaamteloos voor de VS werken of voor aan de VS verbonden instellingen.

Zo is er het verhaal van Charles Duelfer, de nummer twee van het VN-team onder Hans Blix, die nadien baas werd van de CIA-onderzoeksgroep rond Irak. (7) En hij is verre van de enige Amerikaanse geheimagent die mee in de VN-missie voor Irak zat.

Elk onderzoek van de plaats van een misdaad zoals in Moadamiya of Ein Tarma gebeurde is dan ook bijna waardeloos, behalve dan wat het laboresultaat betreft. Maar zelfs hier dient alles met de grootst mogelijke voorzichtigheid benaderd te worden. Maar geen enkel probleem voor HRW die klakkeloos alles lijkt over te nemen wat die jihadisten hen ook mogen vertellen.

HRW en de vrienden van al Qaeda

Typerend is de volgende tekst uit hun op 10 september gepubliceerde rapport waarbij zij de Syrische regering nog maar eens frontaal aanvallen. Zo schrijven zij:

‘By directly contacting the activists who videotaped and uploaded the videos of the attack available on YouTube, Human Rights Watch has been able to verify the reliability of the videos, and confirmed that they were filmed in the affected area.’ (8)

‘Door die activisten die de video’s van die aanval op YouTube plaatsten rechtstreeks te contacteren kon Human Rights Watch de betrouwbaarheid van deze video’s verzekeren en bevestigen dat die films daar in de betrokken zone waren opgenomen.’

Een wel heel merkwaardige onderzoeksmethode. Vooreerst spreekt men hier van ‘activisten’, een neutraal tot positieve te noemen term, terwijl we hier te maken hebben met leden van Liwa al Islam of/en Jabhat al Nusra, beiden extreem salafistische groepen waarvan er een door de VS toch is omschreven als een terreurgroep die ook officieel verbonden is aan Al Qaeda. Contacten van Amerikanen met hen zijn trouwens verboden.

Want het zijn zij die daar het verzet tegen de regering aanvoeren. De bewuste video’s van die gifgasaanval werden trouwens allen online gezet door het zogenaamde Sham News Network. Sham is de naam die salafisten geven aan Syrië. En deze Sham News Network kregen deze beelden van jihadistische strijders ter plekke.

Sarah Leah Whitson - Human Rights Watch

Sarah Leah Whitson, directeur Noord-Afrika en het Midden-Oosten bij Human Rights Watch, zit in de Amerikaanse Council on Foreign Relations, een select clubje waarvan je alleen op voorspraak lid wordt. Lid zijn onder meer Henry Kissinger en Colin Powell, hoofdarchitecten van vele Amerikaanse oorlogen. In 2009 ging ze voor HRW om geld bedelen in Saoedi Arabië, de dictatoriaalste regering op aarde.

Wat betekent dat HRW kritiekloos afgaat op de beweringen van een groep die tekende voor de aanslagen op het WTC in New York van 11 september 2001. Goed voor een 3.000 doden! Bovendien bleek uit het hier eerder geplaatste verhaal van de Zwitserse ngo al Karama dat ze ook op andere vlakken met personen gelieerd aan al Qaeda samenwerken.

Maar erg verrassend is dat niet meer. Zo ging Sarah Leah Whitson, directeur van HRW voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika, in mei 2009 voor haar ngo op bedeltocht naar Saoedi Arabië, de spirituele en financiële bron van allerlei salafistische terreurgroepen. Het is alsof men bij Adolf Hitler steun ging vragen voor de bouw van synagogen.

Verder vraagt men dus aan diegenen die verantwoordelijk zijn voor het plaatsen van die filmpjes of ze dan wel echt zijn en hun ja wordt dan voor HRW de zekerheid dat die filmpjes echt zijn, niet nep. Onvoorstelbaar.

Het is alsof men aan een valsmunter zou vragen of zijn biljetten echt zijn en men dat daarna dan aanneemt als het juridisch vaststaande bewijs. Het toont hoe nauw HRW het neemt met wat zij ‘onderzoek’ noemen. Het maakt hen natuurlijk totaal ongeloofwaardig voor iedereen die in dit soort zaken echt onderzoek doet.

HRW weigert te antwoorden

Van een HRW en de NYT zou men mogen verwachten dat zij voor ze iemand beschuldigen van de dood van honderden kinderen zich baseren op een solide basis, niet op wat nat vingerwerk. Maar dat gebeurde hier overduidelijk. Het toont dat al hun rapporten en verslagen over de vermeende misdaden van Assad en die over andere onderwerpen met een heel groot pak zout moeten genomen worden.

Aan Human Rights Watch werd op donderdag 2 januari telefonisch en per mail dan ook de vraag gesteld wat hun reactie is op die onthullingen rond die raketten en of ze zinnens zijn zich te verontschuldigen tegenover de personen die ze van massamoord en een gifgasaanval beschuldigden.

Logische vragen aan een ngo die stelt voor de mensenrechten op te komen. En iemand zonder enig degelijk bewijs beschuldigen een massamoordenaar te zijn lijkt toch wel een serieuze schending van de mensenrechten van die persoon of groep. En zwaardere beschuldigingen kan men nu eenmaal moeilijk maken.

Maar het zijn vragen waarop HRW tot heden geen antwoord wou geven. Maar dat wekt feitelijk geen verbazing. Een journalist die hen echt vragen stelt, kom nou. Dat is te mijden. Liever de hagiografen van de klassieke media die alles slikken wat HRW hen serveert, zelfs de grootste onzin.

Een rectificatie die er geen is

Recent heeft The New York Times, na door betrokkenen en lezers onder druk gezet te zijn, op 28 december (4) dan toch een soort rectificatie geplaatst. Echte verontschuldigingen of zeggen dat zij gelogen hebben is er echter niet bij. Neen, zij pogen via tekstmanipulaties nog steeds de schuld zonder enig bewijs bij het Syrisch leger te leggen.

Verder geven ze integendeel zelfs de indruk dat niet zij naar de betrokkenheid van het Syrische leger wezen maar dat dit het werk van de Amerikaanse regering was. Zo schrijft C.J. Chivers van The New York Times naar aanleiding van het feit dat de beweringen over die gifgasrakketen fout waren.

“….they also raised questions about the American government’s claims about the locations of launching points, and the technical intelligence behind them……An examination of the territory to the northwest of the cluster of reported impact strikes shows many positions that have been firmly under military control throughout 2013……the projected maximum ranges can vary from 2.5 to 3.5 kilometers, or 1.5 to 2.2 miles, Dr. Postol and Mr. Lloyd said.’

“….. zij doen ook vragen rijzen over de beweringen van de Amerikaanse regering over de precieze locatie van die lanceerplatforms en de technische gegevens die dat ondersteunen..… Een onderzoek van het gebied ten noordwesten van het gebied waar de aanval gebeurde toont dat veel plaatsen in 2013 geheel onder controle van het leger stonden …. De geprojecteerde maximumafstand kan volgens Dr. Postol en Mr. Lloyd (9) variëren van 2,5 tot 3,5 kilometer.’

En door te stellen dat er binnen die actieradius ook zones onder controle van het Syrische leger zijn – wat wel klopt natuurlijk – poogt hij opnieuw de aandacht naar dat leger als de dader te verschuiven, weg van de rebellen. Hij had uiteraard ook kunnen schrijven dat die nieuwe actieradius van een 2,5 tot 3,5 km de kans openlaat dat ze uit rebellengebied kwamen. Wat hij natuurlijk niet schrijft.

Jihadisten executeren tegenstanders

Onze Syrische vrijheidsstrijders in actie. Drie jaar lang smeekte Guy Verhofstadt en vele anderen in het westen om hen te bewapenen om die ‘brutale dictator’ van een Assad te onttronen. Lees te vermoorden. Rik Coolsaet had het op Canvas over hun Belgische huurlingen als zijnde ‘idealisten’.

Higgins als de aartsleugenaar

Wekenlang weigerde de NYT op de nieuwe bevindingen van Postol en Lloyd te reageren. Ook Seymour Hersh zal zich in zijn fameus artikel (10) op hen beroepen en het getal van 2 km laten vallen. Zelfs dan nog zal men in dat milieu van jihadistenfans pogen de zaak te minimaliseren en zelfs te ontkrachten.

Zo schrijft Eliot Higgins (alias Moses Brown) (11) op 9 december 2013 in een reactie op het artikel van Seymour Hersh hopende hem zo te neutraliseren:

“But during my ongoing discussions with Postol’s colleague, Richard M. Lloyd, Lloyd has told me he believes the evidence collected so far would suggest the Volcano has a range of atleast 2 to 2.5 kilometers.” (12)

“Maar gedurende mijn verder gaande gesprekken met Richard M. Lloyd, de collega van Postol, vertelde hij mij dat volgens het bewijsmateriaal dat tot men tot nu toe verzamelde die Volcano (de naam die hij aan die raket geeft, nvdr.) een actieradius heeft van minstens (mijn accentuering, nvdr.) 2 tot 2,5 km”.

Het laat hem toe aan zijn leugens over die actieradius van 9 en meer km vast te houden om zo de Republikeinse Garde verder te kunnen blijven beschuldigen. Een paar weken later zal hij echter over die actieradius al terug gans anders klinken. Zo schrijft hij op 31 december 2013 (13):

‘There’s still a lot to learn about these munitions, only recently have we had the best estimate for their range provided by Richard Lloyd and Ted Postol in the New York Times, and there’s plenty more to be discovered….’

‘We moeten nog steeds veel leren over deze munitie, pas recent hebben we de best mogelijke actieradius ervan en komende van Richard Lloyd en Ted Postol in The New York Times. En er is nog veel meer over te ontdekken….’

Maar Chivers schreef in de NYT van 28 december dat die raketten niet minstens 2 tot 2,5 km vlogen maar niet verder raakten dan ergens tussen de 2,5 tot 3,5 kilometer. En zelfs dat lijkt luidens de recente uitlating van Ake Sellström, hoofd van de VN-missie, te ver. Die had het op zijn persconferentie van december 2013 over 2 km als een goede schatting.

Bovendien blijft er van de vele zekerheden die Eliot Higgins, de NYT en HRW toen in september over die raketten etaleerden bij Higgins plots helemaal niets meer over. ‘En er is nog veel meer over te ontdekken’, klink het nu ineens. Maar wie gelooft deze man in ‘s hemelsnaam nog.

Doodzwijgen

Bovendien liegt Higgins als hij schrijft dat men pas recent over die gegevens van Postol en Lloyd beschikt. Zo maakte de website Who Ghouta reeds op 2 december melding van hun visie (14) die trouwens overeenkwam met hun eerdere reeds op 21 september 2013 gepubliceerde puur technische analyse (15).

En dat moet Higgins praktisch zeker geweten hebben want het artikel ging over hem persoonlijk. Maar het verhaal van die Britse website paste niet in het plaatje van HRW, de NYT en Eliot Higgins en dus zweeg men Who Ghouta continu dood.

ISIS - In gevechtstenu

Het lijkt er sterk op dat de VN, NYT en HRW samenspanden met bewegingen als Jabhat al Nusra om hen in Syrië aan de macht te brengen. Daarbij gebruik makend van die gifgasaanval van 21 augustus. Onlangs plaatste die aan al Qaeda gelieerde beweging beelden van een voetbalwedstrijd online. De bal was het hoofd van een van de duizenden door deze terreurbeweging vermoorde tegenstanders.

Maar liegen en bedriegen lijkt voor de man geen probleem. Zo wist hij af van het feit dat er een groot vermoeden was dat die jihadisten ook over sarin beschikten. Wat hij tot nu netjes verzwijgt. Over de onthulling ervan zal je hem niet horen piepen. Te gênant.

En als de Libanese website Al Akhbar onthulde (16) dat men in Moadamiya bij Damascus in de omgevingsstalen geen sporen van sarin heeft gevonden dan poogt hij dat te ontkennen (17). Verzwijgend dat alleen bij een van de dertien onderzochte grondstalen de twee door de VN gebruikte labo’s een spoor van mogelijke afbraakproducten van sarin vinden.

En pas als de twee labo’s beider resultaten bevestigen kan men wetenschappelijk stellen dat er sarin gevonden werd. Nu dus niet. Labo 2 zal trouwens maar in vier van de dertien door hen onderzochte omgevingsstalen van Moadamiya sporen van mogelijke afbraakproducten van sarin ontdekken. En de rebellen hadden de door de VN-mensen te nemen stalen zelf aangeduid. Zo schrijft Higgins:

‘I consider this statement to be a misleading half-truth that “cherry picks” from the UN report. It is true in respect to the fact that no actual Sarin was found in the 13 environmental samples taken from Moadamiyah. But the samples show DIMP, IMPA, and MPA, all of which are strong indicators of Sarin.’

‘Ik beschouw deze verklaring een misleidende halve waarheid daar ze alleen dat uit het rapport nemen wat hen past. Het is waar dat er geen sarin werd ontdekt in de 13 grondstalen die in Moadamiya werden genomen. Maar de stalen tonen de aanwezigheid van DIMP, IMPA en MPA (18), en dat zijn sterke aanwijzingen voor het gebruik van sarin.


En maar blijven liegen

Eenzelfde bewuste fout treft men trouwens aan bij een zekere Dan Kaszeta (18), de door HRW en de NYT regelmatig geconsulteerde ‘specialist’ over chemische wapens, in zijn tekst ’ Questions and Answers about the UN Report and Clarifications of my interpretation of the Report’. Een uiteraard bewuste gemaakte leugen want ook hij had de laboresultaten dus wel bekeken.

Dezelfde Kaszeta zal nadien trouwens nog afkomen met het verhaal over de aanwezigheid van hexamine bij de door de VN gevonden afbraakproducten. En Hexamine staat op lijst van producten die het Syrische leger aan de VN afleverde en die zij bezitten om sarin te maken. Dit product werd ook ontdekt bij het labonderzoek naar die gifgasaanval en dus maakte Kaszeta voor alle gemak nog maar eens een vergelijking.

551395369681106764_438052252

HRW stelt op te komen voor de mensenrechten, maar president Bashar al Assad zonder een bewijs beschuldigen honderden kinderen met gifgas te hebben vermoord is dan wel geen probleem. Mensenrechten?

Voor de NYT terug een bewijs voor de Syrische betrokkenheid (20). Alleen heeft hexamine vele toepassingen, ook bij huishoudelijk gebruik. Het staat bijvoorbeeld gekend als E239 en dient o.m. als schimmelbestrijdingsmiddel bij voeding. Deze bewering van Kaszeta en de NYT is dan ook alleen maar een zoveelste bewijs voor hun malafide praktijken.

Het typeert hun hardnekkigheid en geheel onprofessioneel gedrag. Wat Kaszeta, Higgins, de NYT en HRW verkopen als wetenschap, de waarheid en een bekommernis om de mensenrechten is niets anders dan een pak leugens en vooral een verguld pleidooi voor meer oorlog en het aan de macht brengen van al Qaeda in Syrië.

Maar geen zorg, Jorn De Cock zal in de De Standaard van zaterdag 11 januari 2014 in een gesprek met Reinoud Leenders, de Nederlandse aan het Londense King’s College docerende ‘expert’, die man laten zeggen dat: “In augustus 2013 dropte het regime dan zijn chemische bommen rond Damascus” (21). Ook Jens Franssen die andere ‘specialist’ stelde het recent op Radio 1 eveneens in die termen. Liegen, dat kan probleemloos.

En de waarheid?

Willy Van Damme

Voetnoten

1) Josh Lyons, 17 September 2013, Human Rights Watch, http://www.hrw.org/news/2013/09/17/dispatches-mapping-sarin-flight-path

2) Rick Gladstone en C.J. Chivers, 17 September 2013, The New York Times, ‘Forensic Details in U.N. Report Point to Assad’s Use of Gas’, http://www.nytimes.com/2013/09/17/world/europe/syria-united-nations.html?pagewanted=2&%2359;adxnnlx=1387381766-55AjTxhuELAeFSCuukA7Og&_r=0&%2359;adxnnl=1&

3) Report on the Alleged Use of Chemical Weapons in the Ghouta Area of Damascus on 21 August 2013, 13 september 2013. Het werd pas op 16 september openbaar gemaakt. http://www.un.org/disarmament/content/slideshow/Secretary_General_Report_of_CW_Investigation.pdf

4) C.J. Chivers, 28 december 2013, The New York Times, ‘New attack refines view of sarin attack in Syria’, http://www.nytimes.com/2013/12/29/world/middleeast/new-study-refines-view-of-sarin-attack-in-syria.html

5) Reuters, 5 mei 2013, ‘Syrian Rebels May Have Used Sarin’, New York Times, http://www.nytimes.com/2013/05/06/world/middleeast/syrian-rebels-may-have-used-sarin.html. De verklaring werd gedaan op de Zwitserse TV – Carla Del Ponte is een Zwitserse – in haar hoedanigheid van haar lidmaatschap van die VN-commissie. De klassieke media en de VN poogden haar verklaring in de dagen nadien te minimaliseren. Typerend.

6) Subrata Ghosroy, 5 oktober 2013, NYTimeseXaminer, laatste update 4 januari 2014, ‘Serious Questions about the Integrity of the UN Report on Syria’, https://www.nytexaminer.com/2013/10/serious-questions-about-the-integrity-of-the-un-report-on-syria/.

Er zijn op het internet verscheidene opmerkingen gemaakt over het VN-rapport maar dit is voor zover geweten tot heden het meest uitgewerkte en professioneelste beschikbaar.

7) Zie: http://www.charlesduelfer.com/blog/. Het is zijn persoonlijke blog waarop duidelijk de link tussen zijn werk voor de Amerikaanse overheid en die VN-missies in Irak te zien is. De onbetrouwbaarheid van VN-missies wordt hier dus open en bloot getoond. Het verklaart waarom landen als Iran moeite hebben met die buitenlandse controlemissies van o.m. de militaire installaties van Parchin die de VN nu zou willen bezoeken.

8) Human Rights Watch, 10 september 2012, http://www.hrw.org/reports/2013/09/10/attacks-ghouta

9) Theodor A. Postol en Richard M. Lloyd zijn twee specialisten die via onder meer de websites Who Ghouta en Consortiumnews stelden dat de gegevens over die raketten komende van de NYT en HRW onzin waren. Een visie die ook de Belgische specialist Jean Pascal Zanders eerder al deelde. Eigenaardig is wel dat ze de NYT begin september leken geholpen te hebben bij het publiceren van hun leugens.

Postol is professor Wetenschap, Technologie en Nationale Veiligheidspolitiek aan het Massachusetts Institute of Technology terwijl Lloyd een analist is bij Tesla Laboratories, een contractant van het Amerikaanse leger.

10) Seymour Hersh, 19 december 2013, London Review of Books, ‘Whose sarin’, http://www.lrb.co.uk/v35/n24/seymour-m-hersh/whose-sarin

11) Eliot Higgins is een Brit die een blog bezit die in essentie alleen de door die rebellen online gezette videobeelden bespreekt en op basis daarvan allerlei beweringen doet. Hij is een der regelmatig door o.a. HRW geconsulteerde ‘specialisten’. Toen men recent zijn mailverkeer hackte bleek dat hij afwist van de sterke vermoedens dat die jihadisten over sarin beschikken. Wat hij echter verzweeg.

12) Eliot Higgins, 9 december 2013, Foreign Policy, ‘Sy Hersh’s chemical misfire’,  http://www.foreignpolicy.com/articles/2013/12/09/sy_hershs_chemical_misfire#sthash.sj0XN61v.dpuf

13) Eliot Higgins, 31 december 2013,’, http://brown-moses.blogspot.be/

14) Who Ghouta, 2 december 2013, ‘Response to New Brown  Moses Theory’, http://whoghouta.blogspot.be/2013/12/response-to-new-brown-moses-theory.html

15) Who Ghouta, 21 September 2013, ‘Estimating the UMLACA Range’, http://whoghouta.blogspot.be/2013/09/umlaca-simulation.html. UMLACA is een afkorting en een der benamingen die men onder kenners aan die gifgasraketten geeft.

16) Sharmine Narwani en Radwan Mortada, 23 september 2013, Al Akhbar, ‘Questions Plague UN Report on Syria’, http://english.al-akhbar.com/blogs/sandbox/questions-plague-un-report-syria

17) Moses Brown, 25 september 2013, ‘A chemical weapons expert responds to the article “Questions plague UN report”’, http://brown-moses.blogspot.be/2013/09/a-chemical-weapons-expert-responds-to.html

18) IPMPA of ook IMPA genoemd is voluit isopropyl methylphosponis acid, MPA is een afbraakproduct van IMPA en heet voluit methylphosponic acid. DIMP is voluit diispropyl methylphosphonate en is een bijproduct eigen aan de aanmaak van sarin.

19) Dan Kaszeta, 25 september 2013, ’ Questions and Answers about the UN Report and Clarifications of my interpretation of the Report’, http://strongpointsecurity.co.uk/site/wp-content/uploads/2013/09/FAQ-on-D-Kaszeta-comments-on-UN-Report-Rev1.pdf

20) Somini Sengupta, 18 december 2013, The New York Times, ‘Report detail could further implicate Syria in chemical attack, analysts say’, http://www.nytimes.com/2013/12/19/world/middleeast/experts-intrigued-by-tidbit-in-syrian-chemical-arms-report.html?_r=0.

Die ‘analisten’ uit de titel blijkt uiteindelijk bij lectuur slechts een man te zijn. Aandikken noemt men dat. Hexamine wordt in de wetenschappelijke lectuur soms ook hexamethylenetetramine genoemd.

21) Jorn De Cock, 11 januari 2014, De Standaard, ‘Syrië valt niet in te dammen’, pagina’s 32-34.

Bron: Willy Van Damme’s Weblog.

Reacties

Nog geen reacties

Plaats een reactie

Archief